Maatregelen betreffende de salarisbetaling

Loonkosten zijn vaak een grote kostenpost. Als je onvoldoende werk voorhanden hebt om iedereen aan het werk te houden, dan moet je het loon van de werknemers meestal toch gewoon doorbetalen, dat is de hoofdregel. 

• Als een werknemer zijn werk niet kan doen vanwege een oorzaak die niet voor zijn rekening komt, dan moet zijn loon gewoon doorbetalen. Dus als bijvoorbeeld door maatregelen in verband met het coronavirus het bedrijf (eerder) moet sluiten, dan moet het loon gewoon worden doorbetaald. 
• Bij oproepkrachten is dat vaak anders, als je hen niet oproept om te komen werken, hoef je ook geen loon te betalen.
• Het niet verlengen van tijdelijke contracten kan een manier zijn om loonkosten te verlagen.
• Een werknemer heeft recht op vakantiegeld en dat moet uiterlijk 1 juni worden betaald. In onderling overleg kan je wel met je werknemers afspreken om het vakantiegeld later te betalen of bijvoorbeeld in termijnen.
• Ook uitbetaling van de winstuitkering van de dertiende maand mag je niet zomaar eenzijdig uitstellen.
• Als je bepaalde arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld bonussen of gratificatieregelingen) tijdelijk of langdurig wilt wijzigen, dan kan dat ook niet zomaar.