Het demissionaire kabinet introduceert in verband met het vele thuiswerken door corona per 1 januari 2022 een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal € 2 per dag.
Foto: Shutterstock
Inmiddels is het wetsvoorstel Voorstel belastingvrije thuiswerkkostenvergoeding aangenomen door de Tweede Kamer. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer is voorzien voor 13 en 14 december 2021.
Hoe ziet de onbelaste thuiswerkvergoeding eruit?
Als het wetsvoorstel in werking treedt, kun je werknemers vanaf 2022 een onbelaste vergoeding voor thuiswerkkosten geven. De specifieke kosten die hiermee kunt vergoeden, zien op extra water- en elektriciteitsverbruik, verwarming, koffie, thee en toiletpapier.
In de voorgestelde regeling wordt uitgegaan van vrijstelling van een vast forfaitair bedrag van maximaal € 2 per thuiswerkdag. Hierbij wordt aangesloten bij berekeningen van het Nibud.
Thuiswerkkosten én reiskosten vergoeden?
De gerichte vrijstelling kun je ook toepassen als een werknemer maar een deel van de dag thuiswerkt. Het is echter niet mogelijk om op één werkdag zowel de vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding toe te passen, als de vrijstelling voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer naar de vaste werkplek. Werkt een werknemer dus ’s ochtends thuis, om daarna naar de werkplek te reizen, dan kun je voor die dag maar één gerichte vrijstelling toepassen.
Het is wel mogelijk om op een thuiswerkdag de vrijstelling voor zakelijke reiskosten naast de vrijstelling voor de thuiswerkkosten toe te passen. Werkt een werknemer dus ’s ochtends thuis, om daarna naar een klant te reizen, dan kun je beide gerichte vrijstellingen toepassen.
Thuiswerkdagen en reisdagen administreren?
In de praktijk maken werknemer en werkgever vaak afspraken over de thuiswerkdagen. Deze afspraken kunnen als basis dienen voor een vaste vergoeding van de thuiswerkkosten. Spreek je bijvoorbeeld af dat de werknemer per week twee dagen thuis werkt en drie dagen op kantoor, dan kun je op basis van die verhouding een vaste vergoeding toekennen voor zowel het thuiswerken als de reiskosten woon-werkverkeer. Op die manier hoef je thuiswerkdagen en reisdagen niet steeds te administreren.
Wordt incidenteel afgeweken van de afgesproken verhouding thuiswerken en werken op een vaste werkplek, dan hoef je de vaste vergoeding niet aan te passen. Dit is wel het geval bij een meer structurele wijziging in de afspraken.
Bij de vergoeding van reiskosten geldt de 128-dagenregeling. Voorgesteld wordt om aan te sluiten bij deze regeling voor de gerichte vrijstelling van thuiswerkkosten. De 128-dagenregeling houdt kort gezegd in dat wanneer een werknemer ten minste 128 dagen per kalenderjaar naar een vaste werkplek reist (woon-werkverkeer), de werkgever een vaste onbelaste reiskostenvergoeding kan geven alsof de werknemer 214 dagen per kalenderjaar naar die vaste werkplek reist. Door de combinatie van de regelingen hoef je de vaste vergoedingen bij incidentele afwijkingen van het afgesproken thuiswerk- en reispatroon niet aan te passen.
De 128-dagenregeling, zoals deze sinds 2009 geldt voor de vaste reiskostenvergoeding, wordt wel aangepast. In deze bestaande regeling behoudt een werknemer namelijk de vaste reiskostenvergoeding op thuiswerkdagen. De regeling was zo ingevoerd om destijds thuiswerken te stimuleren. Dit wordt overbodig als de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding wordt ingevoerd.
Geen verplichting om thuiswerkkosten te vergoeden
Let wel, de werkgever is en wordt niet verplicht om een vergoeding voor thuiswerkkosten te betalen, ook niet als die de werknemers verplicht om (deels) thuis te werken. Het gaat bij de nieuwe gerichte vrijstelling voor extra thuiswerkkosten ook niet om de kosten verbonden aan het inrichten van een werkplek thuis, zoals het verschaffen van een bureaustoel, computer of mobiele telefoon. Hiervoor bestaan al gerichte vrijstellingen.