Advies advocaat-generaal: arbeidsovereenkomst voor Deliveroo-bezorgers

Advies advocaat-generaal: arbeidsovereenkomst voor Deliveroo-bezorgers
6/22/2022

Deliveroo-bezorgers werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Dat is het advies van de advocaat-generaal (AG) aan de Hoge Raad. Wat vooral telt: hun werk is ingebed in het bedrijf.

FNV begon in 2018 een rechtszaak tegen Deliveroo om een arbeidsovereenkomst af te dwingen voor de bezorgers. De maaltijdbezorger verlengde de arbeidscontracten van de bezorgers niet meer en gaf ze in plaats daarvan een overeenkomst van opdracht. Zowel de kantonrechter als het hof oordeelden dat de bezorgers wél op basis van een arbeidsovereenkomst werkten. De Hoge Raad doet in december uitspraak over het cassatieberoep. Maar eerst ligt er nu het advies van de advocaat-generaal. Die gaat in een lijvig advies uitgebreid in op de kwestie van de arbeidsrechtelijke positie van platformwerkers. Als de Hoge Raad dit advies volgt, ligt er een verklaring voor recht dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst.

In 2021 concludeerde het hof in hoger beroep al dat de bezorgers van Deliveroo op basis van een arbeidsovereenkomst werken. Het advies van de AG is dat oordeel in stand te laten. Vrijwel alles wijst in de richting van een arbeidsovereenkomst, behalve de vrijheid om al dan niet te komen werken. Maar die vrijheid kan ook bestaan onder een arbeidsovereenkomst. Dat de bezorgers van Deliveroo zich mogen laten vervangen is evenmin een onderscheidend criterium.

Gezagscriterium toe aan modernisering

De AG constateert in het advies dat er behoefte is aan verduidelijking van het begrip gezagsverhouding; dit moet aangepast worden aan de eisen van deze tijd. Er is nu niet genoeg houvast. Dat zorgt voor heel verschillende uitkomsten, zoals bij de rechtszaken van de Post.NL-pakketbezorgers. De ene keer worden bezorgers als zelfstandigen gezien, de andere keer als werknemers. Het zou volgens de AG bij de vraag naar de gezagsverhouding meer moeten gaan om het element 'inbedding van het werk in de organisatie'.

Daarbij is van belang of:

  • het werk een kernactiviteit van het bedrijf is
  • het structureel is
  • binnen welk organisatorisch kader het wordt verricht

Als het werk ingebed is in de organisatie, zullen ook de regels, gebruiken en gewoonten van de werkverschaffer op de werker van toepassing zijn. De instructiebevoegdheid is volgens de Bock minder van belang, omdat de werkverschaffer ook instructierecht heeft bij een overeenkomst van opdracht (art. 7:402 lid 1 BW). Daarbij zijn werknemers ook steeds zelfstandiger gaan werken. Ook voor de vrijheid om te komen en gaan, geldt dat werknemers daarin meer ruimte hebben gekregen.

Een moderne gezagsrelatie stoelt minder op de bevoegdheid van de werkgever om instructies te geven. Een belangrijker criterium is dat de werker deel uitmaakt van de organisatie van de werkgever, daarbij de organisatieregels toepast en de gebruiken en gewoonten van de organisatie aanvaardt.

Geen inbedding? Dan zelfstandig ondernemer

Het is een óf-óf-situatie. Beide kwalificaties sluiten elkaar uit. De werker is ingebed in de organisatie van de werkverschaffer óf hij is ondernemer. Meer smaken zijn er niet. Als het werk niet is ingebed in de organisatie van de werkverschaffer, heeft de werker meestal zélf een onderneming.

Hoe bepaal je dan of sprake is van ondernemerschap? Voor het bepalen of het om ondernemerschap gaat, zou dan gebruik kunnen worden gemaakt van de volgende indicaties:

  • draagt de werker ondernemersrisico, inclusief de mogelijkheid om een hogere winst of rendement te realiseren
  • kan de werker zelf de prijs voor de arbeid bepalen
  • factureert de werker zijn werkzaamheden
  • heeft de werker meerdere opdrachtgevers
  • kan de werker zelf klanten werven en een klantenkring opbouwen
  • kan de werker zich tijdens het werk presenteren met zijn eigen bedrijf
  • is de werker al dan niet voor langere tijd (exclusief) werkzaam in dezelfde onderneming
  • is het werk de kern van de bedrijfsvoering van de werkverschaffer
  • kan de werker onderhandelen, bijvoorbeeld over arbeidsvoorwaarden
  • heeft de werker een eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioenvoorziening

Duidelijkheid voor platformwerkers

Als de Hoge Raad dit advies van de advocaat-generaal volgt, ziet het arbeidsrechtelijke landschap van het platformwerk er in 2023 waarschijnlijk heel anders uit dan nu.

Parket bij de Hoge Raad, 17 juni 2022

Fotobron: Brett Jordan/Unsplash

Terug